Zitten in essentie
Na de 3D-schetsen moesten we een elementair zit-ding maken, en dat ging gelukkig beter. Hans stelde dat je bij het “opheffen van de zwaartekracht” ófwel steunt op de grond, ófwel het zit-vlak ophangt. Dat betekende voor mij (natuurlijk) dat ik een alternatief ging zoeken. Een plank in een muur steken ging helaas niet: tenten hebben geen geschikte wanden. Dan maar zweven, aan een ballon … “Hans, hebben we helium bij Buitenkunst?” Nee, natuurlijk niet. Okee, dan toch maar iets conventionelers.
Voor het naar buiten buigen van de uiteinden van de spiraalkruk had ik de punt van een houten paal gebruikt, en die stond nog vóór me. Ik ging dus maar een éénpotige kruk maken. De paal was met 1 meter aan de lange kant, maar wat als de zitting een plank met een gat was, die rustte op een spijker of een eind draadstaal? Dan kon je de bovenkant van de paal vasthouden, en dat zat dan vast wel redelijk. Heel comfortabel hoefde het niet te zijn.
Tot mijn verrassing had het multiplex plankje helemaal geen extra steun nodig. Doordat het gat iets groter was dan de omvang van de paal, zakte de zitting scheef en beet die zich als vanzelf vast in het hout van de paal. Jammer genoeg veroorzaakte de zitting, een driehoek met een zijde van 30 cm, best wel wat zadelpijn. Daar was maar een half uur voor nodig. Lieke zou er een kussentje op kunnen maken, maar dat was Hans niet minimalistisch genoeg. Dat klopte natuurlijk. Direct na de bespreking heb ik een grotere driehoek gezaagd (met een zijde van 61½ cm), en de volgende ochtend heb ik er nog twee driehoekjes (20½ cm) afgezaagd. Met een maximale breedte van 41 cm zat de kruk helemaal niet zo slecht meer. Hans suggereerde dat ik de punt aan de voorkant mooi zou afronden, maar dat vond ik natuurlijk niet passen bij het ongepolijste uiterlijk.
Ik rustte heerlijk op mijn lauweren toen de testers langs kwamen: Irene met haar kleuters. Want die wilden natuurlijk ook op de kruk. En wie ben ik om die kinderen, of Irene, iets te weigeren? De traploos verstelbare zitting bleek een succes, ook al schoot die bij een enkele dreumes los, zodat die — boem! — op de grond belandde. “Ik ben te zwaar!” riep het joch. “Nee,” zei ik, “je bent te licht!”
Al de lof die Hans had voor het krukje (“het meest minimalistische ontwerp”) vond ik wel wat veel, het was per slot van rekening meer een ontdekking geweest dan een uitvinding of ontwerp. Ellens yogakrukje, gemaakt van drie lagen buigplex1 en in vorm gedrukt met een binnen- en een buitenmal, was veel meer werk geweest en het resultaat vond ik prachtig.
Helemaal tevreden was ik nog niet: die zweefkruk zat me nog dwars. Tijd om naar Dronten te fietsen had ik niet, dus echte heliumballonnen halen was er niet bij. Trouwens, zei Jacky, tegenover me aan dezelfde tafel, veel meer dan een muis zou je er niet mee kunnen optillen. Dat maakt niet uit, zei ik, Hans had geen minimumgewicht opgegeven! Een kruk voor de vaste bewoners van het terrein mocht dus ook. Uiteindelijk is het een simulatie geworden, maar wel op ware (muis)grootte. Tentoonstellen mocht alleen als ik een muis ving, dat ging dus niet door.
Intussen waren we al aan het nadenken over de grootste opdracht van de week. Meer daarover in de volgende aflevering …
- Buigtriplex is een buigbare multiplex plaat die gebruikt kan worden voor afwerkingen in het interieur. Door de opbouw van de fineren kun je deze triplex platen eenvoudig gebruiken in cilindrische, S-vormige en gebogen constructies. Je kunt meerdere lagen buigtriplex op elkaar lijmen. Om een ronde vorm te krijgen, leg je de ene laag buigtriplex na de andere op een geschikte onderconstructie. Je doet lijm tussen de lagen en klemt de buigtriplex stevig vast. Na het drogen van de lijm behoudt het buigtriplex zijn vorm. ↩︎