Lang geleden (ergens in de jaren ’80) hebben Corrie en ik in Friesland een stuk van het Zevenwoudenpad gelopen. Afgezien van de eeuwige tegenwind en het gebrek aan lijnbussen op de zondag was het prachtig. We kwamen de provincie binnen langs de sluizen aan het Lauwersmeer, en Friesland heeft zich toen in mijn brein genesteld als de vlakste provincie van Nederland. (Ik moet bekennen dat ik Noord-Holland niet heb bewandeld.) Het gedicht „Buitendijks” van Fetze Pijlman op onze Plint-scheurkalender riep herinneringen op aan onze wandeltocht, en ik moest meteen ook denken aan enkele Fryske vrienden die dit wel zouden herkennen.
Er moest dus een kaart worden gemaakt waarin het karakter van Friesland (zoals ik het ervoer) recht werd gedaan. Eerst maar eens op zoek naar een beeld, foto’s van een Friese kwelder, misschien zelfs in de buurt van Harlingen (waar „mijn” Friezen thuis zijn). De verstilde foto’s van Andre Hospers (?) die ik vond …
… gingen vervolgens genadeloos onder het digitale mes (sorry Andreh123) om aan te sluiten bij Fetzes (en mijn) kubieke kilometers lucht. Om het beeld iets abstracter te maken gooide ik er een verfstructuurtje overheen. Hieronder van beide foto’s het totaalbeeld en een detail.
Uiteindelijk heb ik de onderste foto gekozen; de bovenste was nog steeds te vol, en de hardloper in het gedicht loopt buitendijks, dus waarom landinwaarts gekeken?
Het gedicht (uit Fetze Pijlmans bundel „Val”) plaatste ik onderaan de foto, de dichtregels achter elkaar, gescheiden door wat extra spaties, in de Futura, net zo strak als de Friese horizon. Omdat we geen enveloppen van 11 bij 82 cm hebben, mochten de gekwelde Noorderlingen het ontvangen gedicht (vier paneeltjes) zelf in elkaar haken.
