Na ons huwelijk hadden we een heleboel digitale foto’s, gemaakt door onze fotografe (en collega van Corrie) Ageeth Hummeling, en door gasten. Er moest dus een fotoboek komen over de grote dag, maar vanwege een treurige gebeurtenis in de familie had Corrie wat moeite voldoende aandacht op te brengen voor mijn voorstellen. Gelukkig bleek uitstel geen afstel te zijn, en dit voorjaar kon ik rond onze tweede verjaardag een pdf-bestand naar de fotofabriek sturen. Het is een dik boek geworden, waarin ik de Edwardian Script, het nuffige lettertje van de uitnodiging, kon hergebruiken.

Nu hadden we ook nog een heleboel felicitaties, voor het grootste deel van echt papier en opgeslagen in een paar enveloppen, en die moesten ook in een boek. Ik kon een plakboek kopen, maar dat is vaak een lelijk ding (vind ik dan), en het zou sowieso niet bij het fotoboek passen. Dus ik ging het zelf maken. Die boekbindcursus zou niet voor niets zijn!
Het lastige van dit boek is, dat de kaarten nogal zwaar en dik zijn. Dat betekent dat de bladen vrij stevig moeten zijn om ze goed te kunnen omslaan. Het betekent ook dat je aan de rugzijde extra dikte moet inbouwen, anders is de rug smal en wordt het boek van daar af steeds breder, zoiets als hier geïllustreerd.


Bij foto-albums (de ouderwetse, waar je zelf foto’s in plakt) doen ze dat ook. Daar zie je bijvoorbeeld dat de bladen aan de rugzijde nog een paar keer zijn dubbelgevouwen. Ik ging dus zwaar papier kopen voor de bladen, en strookjes daarvan tussen de bladen toevoegen.
Het boek zou hetzelfde formaat krijgen als het fotoboek, liggend A4. Elk katern zou bestaan uit een dubbelgevouwen vel aquarelpapier; dat is stijf genoeg om niet door te buigen bij het omslaan. Er zou een witte linnen band omheen komen met een rugtitel en het scheepje van onze uitnodiging op het voorplat. Als schutbladen kon ik overgebleven uitnodigingen gebruiken; die hadden precies het juiste formaat.

Het papier en het boekbindlinnen bestelde ik online, omdat aquarelblokken van A2-formaat ongebruikelijk zijn en dus niet in de winkel liggen. Er werd een enorm pakket (10 × 50 × 75 cm) bezorgd met daarin de rol linnen en het aquarelblok, en een heleboel opvulpapier. Helaas, geen foto, maar de papiercontainer was opeens halfvol.
Om te beginnen maakte ik een kleine versie van het voorplat.

Omdat ik vooraf niet kon bepalen hoe dik het boek zou worden, begon ik met het snijden van de pagina’s. Ik sneed vellen aquarelpapier in de lengte in tweeën en vouwde elk resulterend vel van 21 bij 59,4 cm dubbel. Ook sneed ik strookjes van 21 bij 2 cm die ik over de lengte dubbelvouwde. Daarna plakte ik de kaarten in. De strookjes legde ik tussen en in de katernen. Nu wist ik hoe dik het boekblok werd: 4½ cm.
Ik maakte een prikmal en prikte de katernen en de strookjes voor. Daarna naaide ik het boekblok met de Franse steek op linten. Ik gebruikte dik linnen garen, want dit was een zwaar boek. De gelijmde rug liet ik drogen, „onder bezwaar”, zoals dat heet.

Nu was het tijd voor de boekband. Bij sommige boeken staat de titel op een strook papier die in een verdiepte uitsparing van de band is gelijmd. Omdat de titel en de afbeelding op vrij dik papier waren gedrukt, leek me dat een goed idee. Zo zouden ze niet zo gemakkelijk beschadigen. De uitsparing die nodig was, maakte ik door de rug en het voorplat te maken van twee lagen karton waarvan één met een opening.
Ik lijmde het karton op het linnen, wreef het linnen aan (ook in de uitsparingen), vouwde het naar binnen en lijmde het vast. En ik lijmde de titel en het plaatje in de uitsparingen. Nu kon de band om het boekblok. O wat slim! Ik had de rug te dik gemaakt! Een volle centimeter! Als ik het boek hierin zou zetten, zou de band veel te hard aan de schutvellen trekken. Zucht… Nu kon ik opnieuw beginnen met de band. Gelukkig was er genoeg karton en linnen over.

Mijn tweede poging was wel succesvol. En beter. Want de uitsparingen in het voorplat en de rug waren iets te klein geweest, en met rechte wandjes. Ik sneed de uitsparingen nu groter, met afgeschuinde randen.

De band paste nu gelukkig wel. Ik lijmde de schutvellen in de band en liet het geheel onder bezwaar drogen.


Het boek staat nu in onze kast, bij de andere „huwelijksboeken”.

V.l.n.r.: Fotoboek — Kaartenboek — Gastenboek — Cadeauboek (van de Typelogen) — In jouw irissen geen baggerslootjes — Cadeauboekdoos.


Het is erg mooi geworden Pieter. Goed bezig geweest.
Groeten,
Juul
Dank je. Je krijgt het nog wel eens te zien.