Dit was een tussendoorkaart voor eind november (omdat iedereen na negen maanden vrijwillige opsluiting wel wat bemoediging kon gebruiken). De tekst had ik van de zomer bij Buitenkunst al bedacht, en in een poster verwerkt, ook al zat ik bij Hans in de groep en niet bij Sarah. De kaart is een variant op die poster.
Anna was direct terug bij de ingang van de schilderstent (waar zij en Sarah’s andere affichemakers werkten, en waar ik de poster heel onbescheiden had opgehangen), een ander werd geïnspireerd tot deze uitbundige reactie:
Wat een huzarenstukje weer.
Mijn zwager Johan (*1940, ex(?)-leraar)
Bij de eerste aanblik hoorde ik uit mijn kleutertijd een priktol zoemen!
Maar het blijkt een harmonie van bijna onverzoenlijke schoonheden: een speels geschikte kubistisch zwarte onderwerpzin met een lichtvoetig frivolité vervolg dat zich als een regenboog in de bui wringt…
Dank voor de tip! Ik kan weer aan de slag!